Finland is een land in Noord-Europa met
5.266.114 (2013) inwoners. Finland grenst in het oosten aan
Rusland, in het noorden aan
Noorwegen en in het noordwesten aan
Zweden. Ten zuiden wordt het van
Estland gescheiden door de Finse Golf. Ten westen ligt
de Botnische Golf en ten zuidwesten de Oostzee aan de
overkant waarvan weer buurland Zweden ligt.
De hoofdstad is Helsinki. Finland wordt wel 'het land van de
duizend meren' genoemd; in werkelijkheid zijn er ongeveer
188.000 meren. Het grootste meer is het Saimaameer. In het
zuidoosten is het land bespikkeld met ontelbare meren en
meertjes.
Finland kan worden onderverdeeld in drie belangrijke
geografische streken:
- In het zuiden en het westen ligt een laagliggende
kuststrook (30 - 130 kilometer breed), waar de meeste van de
belangrijkste steden van het land en veel van zijn akkerland
ligt.
- De kuststrook gaat langzaam over in een enorm bebost
binnenlands plateau, de Finse Merenvlakte (gemiddelde
hoogte: 90 - 180 meter). In dit gebied liggen ongeveer
60.000 meren, waarvan vele door korte rivieren, beken en
kanalen worden verbonden en zo waterwegen vormen die door de
beroepsvaart worden gebruikt.
- De derde streek van het land ligt ten noorden van de
noordpoolcirkel en maakt deel uit van Lapland. Het gebied is
dun bebost of onvruchtbaar en heeft een gemiddelde hoogte
van ongeveer 340 meter. Het noordwesten van het gebied ligt
gemiddeld wat hoger en is onderdeel van het Scandinavisch
Hoogland. Hier ligt onder andere de berg Halti, die met een
hoogte van 1328 meter het hoogste punt van Finland is.
Finland bestaat voor ongeveer 70 procent uit bos en 30
procent uit water en akkerland.
De grootste meren zijn het Saimaameer, het Inarimeer, en het
Päijännemeer. Kemijoki en Oulujoki zijn de langste rivieren
van het gebied en, samen met Tornionjoki, Finlands
belangrijkste waterwegen.
Finland kent korte warme en stralende zomers en lange, koude
winters. In het uiterste noorden duurt de zomer 73 dagen en
kun je de middernachtzon zien.